Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin o.a.: "Plafond": blz. 354-355
- Jellema, R. & M.C.A. Meischke & J.A. Muller (red.), Bouwkunde. Leerboek voor het middelbaar technisch onderwijs, deel 1. Delft (Waltman), z.j. [1952]5e druk. [452 blz. ISBN -]. Hierin "Plafond": blz. 434-437
- Breedveldt Boer, I.M., Plafonds in Nederland, 1300 - 1800. Deel in de serie 'Restauratie-vademecum, RV bijdrage' nr 12. Zeist (RDMZ) - 's-Gravenhage (SDU), 1991. [120 blz. ISBN 90.12.06561.5].
- Scheltema, P.H., Practisch Handboek voor Bouwkundigen en Ambachtslieden, omvattende nagenoeg alle, bij de uitvoering van bouwwerken, voorkomende werkzaamheden, gereedschappen, materialen en hulpmiddelen. Alphabetisch gerangschikt, beschreven, verklaard en door talrijke afbeeldingen nader toegelicht (Naar G.A. Smit, geheel opnieuw bewerkt en belangrijk uitgebreid door P.H. Scheltema). Rotterdam (D. Bolle), z.j. [874 blz. ISBN -]. Hierin o.a.: "Plafond": blz. 585-586
- Berghuis, F.Lz., Burgerlijke Bouwkunde. Onze betimmeringen. Leiden (Sijthoff), 1892voorwoord. [367 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 266-274
- Pérouse de Monclos, Jean-Marie, Architecture, Vocabulaire. Deel in de serie 'Inventaire général des monuments et des richesses artistiques de la France. Principes d'analyse scientifique'. Paris (Imprimerie Nationale), 1993. [622 blz. ISBN 2.11.080962.2]. Het boek heeft diverse nummeringen, o.a. per kolom. Hierna worden uitsluitend pagina's opgegeven. Hierin: "Le couvrement", blz. 265-334 (betreft overspanning van zowel openingen als ruimten)
- Zwiers L., Bouwkundig Woordenboek. Tweede deel: L-Z. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [613 blz. ISBN -]. Hierin "Zoldering": blz. 602 ("Overdekking van een verdiepingruimte, zooals die zich van de onderzijde laat aanzien; voornamelijk, wanneer die in hout is uitgevoerd. Onder de gouten Z[oldering] onderscheidt men de gewone Balkenzoldering, eventueel ook met moer- en kinderbalken (zie: Balk), de Vak- en Paneelzoldering, die veelal tot de Caissonzoldering wordt gerekend, hoewel daarvan te onderscheiden [...]")